Gebedshelden - deel 2 -

Theodorus à Brakel

Wel eens van deze persoon gehoord? Ik niet. Hij leefde van 1608 tot 1699. Het was de tijd van de Nadere Reformatie. Bidden stond in die tijd voor 'bewust en betrokken bidden'. Wie bad, moest weten wat hij bad en wat hij zei. Er was ruim aandacht voor godsdienstige 'oefeningen' thuis (de zg. huisdevotie): gebed, lezen uit de Bijbel en het zingen van een lied. Dit gebeurde dan ook in veel huisgezinnen.
Theodorus à Brakel pleitte voor het houden van geestelijke oefeningen om langs die weg te groeien in de 'gevoelige gemeenschap met God'. Er moest zowel 's morgens, 's middags als 's avonds tijd vrij worden gemaakt voor gebed. En liefst ook nog 's nachts! Hij zei: 'Wij zijn hier op een gevaarlijke reis. De afgrond roept tot de afgrond, daar de watergolven en baren over ons heengaan. Want wij hebben ieder ogenblik nieuwe sterkte nodig. Hoe meer wij met God omgaan, des te meer Hij ons deel wordt. Wie weinig met God omgaat en met God spreekt, heeft weinig gemeenschap met Hem'.
Het accent in deze gebeden is een kenmerk van die tijd: de gevoelige nabijheid van God is het grote doel waarnaar iedere christen dient te streven. De Godservaring is belangrijker dan het hangen aan Gods beloften. Het is een ander accent dan dat we gisteren bij Luther konden lezen. Daar lag het accent op Gods beloften.

Gebedshelden? Ach, het is maar net wat je onder helden verstaat. Ik vind het gewoon mooi wat bepaalde personen over gebed hebben geschreven, al zoveel honderden jaren terug. Het mag me laten nadenken over mijn eigen manier van bidden, namelijk: waar leg ik de nadruk op? Ben ik alleen op zoek naar ervaringen? Of spreek ik God aan op de krachtige beloften die Hij in Zijn Woord heeft gesproken?

Vandaag is het Kerstfeest! Een feest vol beloften: 'Wees niet bang, Maria, God heeft je Zijn gunst geschonken. Luister, je zult zwanger worden en een zoon baren, en je moet Hem Jezus noemen. Hij zal een groot man worden en Zoon van de Allerhoogste worden genoemd, en God, de Heer, zal Hem de troon van Zijn vader David geven. Tot in eeuwigheid zal Hij Koning zijn over het volk van Jakob, en aan Zijn koningschap zal geen einde komen'. (Lukas 1: 30-33)

Fijne en gezegende Kerstdagen!

Reacties

Populaire posts