Vergelijken

Iedere dag worden we er weer mee geconfronteerd: grote billboards in het landschap met daarop een knap uitziende man of vrouw. Een slank postuur, gespierd en stralende ogen. Of we zien een billboard van een verzekeringsmaatschappij met daarop een lachende man, vrouw en kinderen. Zo te zien erg gelukkig met de door hen gekozen verzekering en levensstijl.
Het is heel gemakkelijk om ons eigen persoon te gaan vergelijken met de personen op de billboards. Was ik ook maar zo knap, slank, gespierd en gelukkig. Naast billboards worden we iedere dag geconfronteerd met reclames, films en programma’s op de tv. Ook weer zo’n bron tot vergelijking. Het is niets voor niets dat vooral jongeren hier gevoelig voor zijn. Ze willen zich graag identificeren met een soapster, een popster of een ander inspirerend persoon. Zelf wou ik altijd graag lijken op George Michael, je weet wel, één van de zangers van de band Wham! Het ging zelfs zo ver dat ik een keer een foto mee had van mijn idool toen ik naar de kapper ging. Ik vroeg de kapper of hij mijn haar net zou wou knippen als dat van George Michael. Je kunt je voorstellen wat voor dubbele gevoelens hij daarbij had! Uiteindelijk lukte het ook niet. Mijn haar zat heel anders in elkaar als dat van George. Lachen!

Als je ouder wordt identificeer je jezelf niet zo snel meer met een popster. Toch zijn er wel allerlei andere vormen van vergelijking. Misschien vind je auto van de buurman wel mooier dan je eigen auto. En kan je het niet verkroppen dat jij die auto niet hebt. Misschien heb je wel een hele slanke buurvrouw en baal je ervan dat je zelf niet zo’n mooi lichaam hebt. Misschien ken je mensen die een hele vlotte babbel hebben en baal je ervan dat je zelf maar altijd moeilijk woorden kunt vinden.
Of je kijkt op tegen mensen die zo open over hun geloof praten. Of die zo makkelijk kunnen bidden in een groep. Of je kijkt op tegen de geestelijke kennis van ambtsdragers in de kerk. Je denkt dat je zelf maar heel gewoontjes bent.
In de Bijbel, Romeinen 12 vers 3, staat: ‘Met een beroep op de genade die mij geschonken is, zeg ik u allen dat u zichzelf niet hoger moet aanslaan dan u kunt verantwoorden, maar verstandig over uzelf moet denken. Denk overeenkomstig het geloof, dat is de maatstaf die God u heeft gegeven’.
Wat zou de schrijver hiervan (Paulus) bedoelen met ‘niet hoger aanslaan?’ Dat kan betekenen dat hij ons met klem aanraadt om ons niet meer te voelen of voor te doen dan dat wij zijn. Maar het kan ook betekenen dat we niet meer verwachten van onszelf dan we kunnen verantwoorden! En dat kunnen we alleen maar doen als we onszelf niet met anderen vergelijken. Dat we accepteren dat we bepaalde dingen moeilijk vinden of niet zo goed kunnen! Je mag God dankbaar zijn voor wie jij in Zijn ogen mag zijn.

Het betekent overigens niet dat we moeten blijven bij wat we nu kunnen. Want we mogen God vragen of Hij ons wil helpen. Stel dat je graag makkelijker over je geloof zou willen praten. Accepteer dan eerst dat je het moeilijk vindt. Maar vervolgens mag je God wel om hulp vragen. Je mag je handen uitstrekken naar groei en naar geestelijke gaven. Wat op dit moment niet is, kan zeker komen! Verwacht het van God. Hij verlangt ernaar dat wij ons uitstrekken naar Zijn geestelijke gaven!
Die wil Hij graag geven aan ons, zoals wij zijn……

Reacties

Populaire posts