Dood of levend geld

Zoals ik gisteren als schreef ben ik vandaag en morgen bezig met de voorbereidingen en invulling van een les Diaconale Taken voor volgende week woensdag. Over armoede in Nederland. Gisteravond al enthousiast begonnen en vanmorgen ben ik verder gegaan. Hele interessant materie vind ik het.
Bijvoorbeeld het onderscheid tussen het levende en het dode geld van een kerk. Het levende geld wordt bijeengebracht door levende leden van een gemeente. Bijvoorbeeld met behulp van collecten of eenmalige acties. Op deze manier kan er snel geld geworven en besteed worden.

Er bestaat echter ook dood geld. Dat is geld dat voortkomt uit vruchtgebruik van bezittingen van bijvoorbeeld gebouwen en woningen, waar diaconieën het beheer over hebben gekregen. Geschonken door mensen die misschien al gestorven zijn. Veel dood geld en weinig levend geld is niet positief voor een gemeente. Dat betekent namelijk dat er weinig kerkleden zijn overgebleven.

Dit doet me denken aan een kerk in Londen, waar ik de afgelopen jaren drie keer ben geweest tijdens een evangelistieactie. Wij verbleven daar als team en konden gebruik maken van allerlei faciliteiten. Het aantal levende leden van deze gemeente bedroeg hooguit vijftien. Waarvan de meesten ook nog ouder waren dan 50 jaar. Wel met een hele enthousiaste voorganger, die de gemeente graag zag groeien. Er was veel dood geld in deze gemeente aanwezig. Boven de kerk bevond zich een apartementencomplex die ooit eigendom is geweest van de kerk, maar later verkocht is. Hoe ik kon merken dat dit dode geld aanwezig was: de kachel stond dag en nacht aan. En hoe kun je anders een gebouw onderhouden met vijftien gemeenteleden?

Het levende geld had de gemeente verlaten. Getuige de vele stoelen die ooit werden gebruikt, maar nu werkloos stonden opgestapeld. We hebben wel gebeden toen als team. Voor meer levende leden. Zodat de opgestapelde stoelen ooit weer gebruikt zouden worden. En dood geld plaats zou maken voor levend geld.

Reacties

Populaire posts