Ik zag een zaal vol mensen

 Hoeveel het er waren kon ik niet tellen, daarvoor waren het gewoon teveel. De ruimte was volledig gevuld en ik hoorde allerlei talen om mij heen. Nederlands, Engels, Duits, en Frans. Even later hoorde ik nog Italiaans, Spaans en Arabisch. En vele talen die ik niet kende. 

De zaal zelf zag er prachtig uit. In het midden stond een troon. Op de troon zat Hij die hemel en aarde geschapen heeft. De God die mij mijn leven lang al kent. En die ik een groot deel van mijn leven al mag kennen. Toen ik nog eens naar de zaal keek en naar de hoeveelheid mensen die zich erin bevonden kon ik het gewoon niet geloven. Zóveel mensen, dat past toch gewoon niet? Wonderlijk genoeg paste het wel en ook de mensen die nog buiten stonden te wachten konden er bij. Ook voor mij was plaats. 

Mondkapjes waren niet nodig. En ook de anderhalve meter afstand, waar het aardse leven door wordt beheerst, is 'not done'. De stemming is opperbest. Mensen omhelzen elkaar, aan knuffels geen gebrek. De liefde van God straalt van de mensen af. Ja, er zijn tranen. Het zijn tranen van vreugde, niet van verdriet. Want voor verdriet is in deze zaal geen plek. Wordt er gedaan alsof verdriet er niet mag zijn? Nee, dichtbij God zijn betekent enkel blijdschap, voldoening en volkomen vervulling. Ziekte is er niet. En de ouderen zien er nog topfit uit. De stoutste dromen van mensen, die op aarde gebonden waren door ziekte en beperkingen, komen hier uit. Ze zijn zo vrij als een vogel. Zonder rolstoel. Staand op eigen benen.

En naast de troon zag ik Hem waar alle vreugde samen kwam. Met Kerst vieren we zijn geboorte. Hij is de weg van het kruis gegaan. Ik zie Zijn wonden waar de spijkers in vast waren gespijkerd. Bewogenheid en liefde stralen uit Zijn ogen. Hier heeft Hij het voor gedaan. Mensen samenbrengen vanuit alle stammen en volken. Gered door het offer van Jezus, in verbondenheid leven met de Vader. Voor altijd in Zijn nabijheid zijn.

"Hierna zag ik dit: een onafzienbare menigte, die niet te tellen was, uit alle landen en volken, van elke stam en taal. In het wit gekleed en met palmtakken in hun hand stonden ze voor de troon en voor het lam." (Openbaring 7: 9)



Reacties

Populaire posts