De vier seizoenen van je geloof (3): De winter

In het kader van de serie 'de vier seizoenen van je geloof' vandaag aandacht voor de winter! Het geloof in God is te vergelijken met het komen en gaan van de seizoenen. Om het winterseizoen te beschrijven is niet eenvoudig meer. De opwarming van de aarde maakt de echt koude winters tot een zeldzaamheid. Wel zijn er een aantal kenmerken van de winter die hoe dan ook ieder jaar terugkomen. Allereerst het volledig kaal zijn van de bomen, daarnaast het vaak sombere weer en dan ook nog de korte dagen wat daglicht betreft. Als kind kon ik tijdens de herfst al echt uitkijken naar de winter. In de winter was ik veel binnen en mijn moeder probeerde het zo gezellig mogelijk te maken met kaarsjes en mijn vader stak regelmatig het haardvuur aan. Nog steeds kan ik echt genieten van gezelligheid binnenshuis.

Het winterseizoen kunnen we doortrekken naar ons leven en ons geloof. Het kan echt koud zijn in ons leven. Er zijn van die dagen dat je misschien de hele dag het liefst in bed blijft liggen. Je komt liever even geen mensen onder ogen. Geen gezeur aan je hoofd. Je voelt je somber. De nieuwheid van de lente en de warmte van de zomer lijken ver weg. Plannen zijn in rook opgegaan. Het ging anders dan je had verwacht of had gehoopt. En dan lijkt God ook nog eens ver weg. Je merkt niks van zijn nabijheid. De vurigheid in je geloof, de passie, lijkt van lang vervlogen tijden.
Zoals je tijdens het winterseizoen veel tijd doorbrengt binnenshuis en je lekker verwarmt bij het haardvuur, mag je best met jezelf bezig zijn en naar binnen gekeerd als jouw leven zich in de winter bevindt. Als het niet goed gaat met ons willen we graag dat het zo snel mogelijk weer beter gaat. Problemen moeten zo snel mogelijk worden opgelost. Het liefst laten we anderen ook niet merken dat we ons in de winter bevinden. Maar de winter is helemaal niet erg! De winter is nodig om het weer lente te laten worden. Neem de tijd daarvoor. Durf met anderen te delen dat je je in de winter bevindt. En wat dit voor jou betekent. Deel je gevoelens met God. Hij is degene die je geloof weer voeding kan geven. De seizoenen zijn in zijn hand. Hij heeft de natuur zo bijzonder gemaakt, zodat de seizoenen met elk hun eigen kenmerken elkaar ongestoord opvolgen.

Winter was het ook in de Bijbel, toen het volk Israƫl in ballingschap was. Jeruzalem was een verlaten woestenij. Het land lag helemaal overhoop. De vijand had het land in bezit genomen en grote verwoestingen aangebracht. De Joden verlangden terug naar de tijden van vreugde en zegen die ze ooit hebben gekend. Maar er was niets van dit alles overgebleven. Het was stil en het was koud. En toch glooiden er sprankjes hoop. God had beloofd dat het land zou worden herbouwd. De muren van Jeruzalem zouden ooit weer worden opgebouwd. Eens zou de tempel er weer zijn. In de winter begon God met het roepen van Joden, die voorbereidingen gingen treffen voor de terugkeer van de ballingen.

Winter was het toen Jezus in het graf lag. De mensen die Hem hebben gekend vroegen zich af wat er allemaal van terecht was gekomen. Jezus had zoveel beloofd. En nu was het koud en stil. Dood stil. Maar in de verte was licht te zien aan de horizon. Jezus zou niet voor altijd dood blijven. Na drie dagen stond Hij op uit de dood. De lente begint.

Reacties

Populaire posts