De vier seizoenen van je geloof (1): De zomer
Of je het nu wilt weten of niet: de zomer is alweer bijna op de helft. Over ruim anderhalve maand begint de herfst. Als je om je heen kijkt in de natuur kun je zien dat het frisse van de lente, de felle kleuren, er al af zijn. De temperatuur is vaak nog wel aangenaam, het kan zelfs behoorlijk heet worden. Voor kwetsbare mensen een beetje te warm.
Ons geloofsleven kan ook op de zomer lijken. Het gaat allemaal lekker. Je weet je dichtbij God, je leest graag uit de Bijbel, zingt liederen ter ere van God vanuit je hart. Kortom, je geniet ervan. Dichtbij God zijn is lekker warm, net zoals de zonnestralen in de zomer. Maar het frisse van de lente, de verwondering, het nieuwe leven, kan er vanaf zijn. Geloven in God is vanzelfsprekend. Het offer van Jezus Christus aan het kruis, en daarmee Gods genade, kunnen 'gewoon' geworden zijn. Ja, als je er dieper over nadenkt blijft het bijzonder. Maar op één of andere manier ben je er meer gewend aan geraakt. Net als het naar de kerk gaan of het met anderen over je geloof praten.
In de Bijbel vind je ook typische zomerverhalen. Bijvoorbeeld over het volk Israël toen zij al een tijdje in het beloofde land woonden. Er waren mooie steden en dorpen gebouwd en er werd volop genoten van de vruchten van het land. Voor de Joden was de zegen van God overduidelijk. Tegelijkertijd was de verwondering over deze zegen er al vanaf. Het was vanzelfsprekend geworden om in het beloofde land te wonen! Tenslotte waren zij toch maar even Gods volk. God heeft de Joden diverse malen moeten duidelijk maken dat Hij hen niet had uitgekozen omdat ze beter waren dan andere volken, maar omdat Hij een doel met hen had. Ze moesten tot een licht zijn voor andere volken.
Ook voor mensen die zich in de buurt bevonden van Jezus, was Zijn aanwezigheid al meer vanzelfsprekend geworden. Zoals de discipelen die dagelijks met hem optrokken. Misschien was de verwondering over de dingen die Jezus zei en deed er al vanaf. Ze konden het zich niet voorstellen dat Jezus er niet meer zou zijn, iets waar Hij echter wel regelmatig over sprak. Het was heerlijk om dichtbij Jezus te leven. Net als de warme zonnestralen van de zomer.
Misschien herken je bovenstaande niet voor je eigen geloofsleven. Het kan zijn dat jij je in een ander seizoen bevindt. Daarom wil ik de komende tijd ook aandacht besteden aan de andere seizoenen, in de volgorde van de nog komende seizoenen: herfst, winter en lente. Daarbij geldt dat het ene seizoen niet beter is dan het andere. De seizoenen hebben elkaar nodig om verder te kunnen groeien. Dat geldt ook voor ons geloof!
Ons geloofsleven kan ook op de zomer lijken. Het gaat allemaal lekker. Je weet je dichtbij God, je leest graag uit de Bijbel, zingt liederen ter ere van God vanuit je hart. Kortom, je geniet ervan. Dichtbij God zijn is lekker warm, net zoals de zonnestralen in de zomer. Maar het frisse van de lente, de verwondering, het nieuwe leven, kan er vanaf zijn. Geloven in God is vanzelfsprekend. Het offer van Jezus Christus aan het kruis, en daarmee Gods genade, kunnen 'gewoon' geworden zijn. Ja, als je er dieper over nadenkt blijft het bijzonder. Maar op één of andere manier ben je er meer gewend aan geraakt. Net als het naar de kerk gaan of het met anderen over je geloof praten.
In de Bijbel vind je ook typische zomerverhalen. Bijvoorbeeld over het volk Israël toen zij al een tijdje in het beloofde land woonden. Er waren mooie steden en dorpen gebouwd en er werd volop genoten van de vruchten van het land. Voor de Joden was de zegen van God overduidelijk. Tegelijkertijd was de verwondering over deze zegen er al vanaf. Het was vanzelfsprekend geworden om in het beloofde land te wonen! Tenslotte waren zij toch maar even Gods volk. God heeft de Joden diverse malen moeten duidelijk maken dat Hij hen niet had uitgekozen omdat ze beter waren dan andere volken, maar omdat Hij een doel met hen had. Ze moesten tot een licht zijn voor andere volken.
Ook voor mensen die zich in de buurt bevonden van Jezus, was Zijn aanwezigheid al meer vanzelfsprekend geworden. Zoals de discipelen die dagelijks met hem optrokken. Misschien was de verwondering over de dingen die Jezus zei en deed er al vanaf. Ze konden het zich niet voorstellen dat Jezus er niet meer zou zijn, iets waar Hij echter wel regelmatig over sprak. Het was heerlijk om dichtbij Jezus te leven. Net als de warme zonnestralen van de zomer.
Misschien herken je bovenstaande niet voor je eigen geloofsleven. Het kan zijn dat jij je in een ander seizoen bevindt. Daarom wil ik de komende tijd ook aandacht besteden aan de andere seizoenen, in de volgorde van de nog komende seizoenen: herfst, winter en lente. Daarbij geldt dat het ene seizoen niet beter is dan het andere. De seizoenen hebben elkaar nodig om verder te kunnen groeien. Dat geldt ook voor ons geloof!
Op vakantie namen we een dagboekje mee, gekregen bij de fakkel. Dat was erg verfrissend. Juist in vakantietijd vind ik rust om Gods aanwezigheid in de natuur te zoeken en ...te vinden.
BeantwoordenVerwijderenZo bracht de vuurtoren mij weer naar psalm 119:105 Uw woord is een lampvoor mijn voet en een licht op mijn pad.
Het bracht mij naar Joh. 8:12 Ik ben het licht der wereld...als je de rest leest zo mooi!!