Verloren en gevonden

Afgelopen maandag mocht ik in de Tweede Mijl in Amsterdam de Bijbeloverdenking verzorgen voor de gasten. Hiervoor had ik een verhaal geschreven en dat met de gasten gedeeld. Hieronder vind je mijn verhaal.

Het is al even geleden, maar ooit woonde er een gelukkig gezin ergens in het oosten van het land. Een vader, een moeder en twee zonen. Voor de buitenwereld zag het er in ieder geval als een gelukkig gezin uit. Tot de jongste zoon op een morgen de studeerkamer van zijn vader binnen liep en vroeg of hij zijn erfdeel alvast in ontvangst mocht nemen. ‘Geef mij het deel dat mij toekomt’, waren zijn woorden. De vader keek vol verbazing op naar zijn jongste zoon, die vastberaden voor hem stond. Vader hield veel van zijn jongste zoon en wilde hem eigenlijk niet laten gaan. Maar hij wist dat de situatie er niet beter op zou worden als hij zijn zoon zou tegenhouden. Hoewel het hem veel verdriet deed gaf de vader een deel van de erfenis aan zijn zoon.
De zoon pakte zijn spullen bij elkaar, gaf zijn vader een hand en zijn moeder een kus en daar ging hij. De wijde wereld in. Op zoek naar het geluk dat hij thuis niet kon vinden. Jarenlang had hij in het bedrijf van zijn vader gewerkt. Hij stond bekend als een harde werker. Daarom was het een volslagen verrassing voor zijn omgeving dat hij zijn koffers pakte. Waar was deze jongen toch naar op zoek? Wat dacht hij in de wijde wereld te vinden wat hij thuis niet kon vinden? Niemand snapte het.
De vader bleef in stilzwijgen gehuld. Iedere avond stond hij voor het raam van de woonkamer te kijken of zijn zoon alweer terug kwam, tegen beter weten in. Mensen in zijn omgeving probeerden hem te troosten, door hem te overtuigen dat het toch vooral niet aan de opvoeding lag.

De jongste zoon had veel geld meegenomen van huis. Daar kon hij de komende tijd wel mee vooruit. Hij ging richting de grote stad waar de wereld aan zijn voeten lag. Hij vond een mooi appartement in het centrum van de stad. Binnen de kortste keren had hij veel vrienden gemaakt die dagelijks bij hem over de vloer kwamen. Samen gingen ze naar theaters en bioscopen en om hun behoeften te bevredigen gingen ze ook regelmatig naar de Rosse Buurt. Zo ging het een tijdje door. Langzaam aan werd de geldvoorraad minder. De jongste zoon dacht zijn vermogen te vermeerderen door te gaan gokken. Maar dat liep slecht af. Hij vergokte alles wat hij nog had. Tot overmaat van ramp kwam er een hongersnood over het land. Nu was niet alleen het geld op, maar ook het eten. Hoe moest de zoon nu zien rond te komen? Hij begon een zwerversbestaan. Op zoek naar werk en inkomen. Maar het was huilen met de pet op. Er was geen van dat alles te vinden. De jongste zoon voelde pijn in zijn hart opkomen. Er kwamen herinneringen in hem naar boven. Hij dacht terug aan het ouderlijk huis. Daar had hij te eten. Daar was werk. Daar waren mensen die om hem gaven.

De oudste zoon was ondertussen nog steeds bij de vader thuis. Net als zijn vader voelde hij het gemis van de jongste zoon. Hoe zou het met hem gaan? Vast niet goed. Hij hoort hier thuis. Dit is de plek waar hij tot zijn recht komt. Samen met de vader stond de oudste zoon iedere avond op de uitkijk. Ze keken dan naar de lange oprit, in de hoop een schimp van de jongste zoon te zien in de verte. Maandenlang, jarenlang, deden ze dat. Tot de oudste zoon aan zijn vader voorstelde om zelf achter de jongste zoon aan te gaan. Hij zou ervoor zorgen dat de jongste zoon weer terug kwam.

De oudste zoon ging richting de grote stad en zocht zijn broer. Na een paar dagen vond hij hem. In eerste instantie bleef de oudste zoon op afstand. Hij wilde de jongste zoon niet onder druk zetten. Het zou zijn eigen keuze moeten zijn om terug te keren naar huis. Op een dag kon de oudste zoon niet langer wachten en stapte op zijn broer af. Toen zijn broer hem zag veranderde zijn verdriet en gevoel van mislukking in blijdschap en dankbaarheid. Zijn grote broer was hem komen opzoeken in het diepste dal van zijn leven waar hij ooit is geweest. Hij had het niet verdiend dat hij werd opgezocht en terug naar huis mocht komen. Hij dacht het allemaal te hebben verspeeld.

Een paar dagen later was de jongste zoon weer thuis. Zijn broer had hem veilig en wel thuisgebracht. De vader zag ze vanuit de verte al aankomen, gooide de deur open en rende naar hen toe. Hij sloot zijn jongste zoon in de armen en heette hem welkom thuis. Er was geen oordeel, er waren geen vragen. Er was alleen liefde. Dankzij de oudste zoon die zijn leven beschikbaar stelde om zijn broer te zoeken.

De Bijbel zegt dat wij allemaal zijn als de jongste zoon. We zijn bij God weggegaan, hebben onze rug naar Hem toegekeerd. Maar dankzij Jezus (de oudste Zoon) is het mogelijk om bij God terug te komen. Ruim tweeduizend jaar geleden koos Hij ervoor om op aarde een zwerversbestaan te leven om zijn broer en zus terug te vinden. Hij heeft tijdens dit zwerversbestaan vele mensen genezen, Hij vertelde over Zijn Vader in de hemel en het koninkrijk dat zou komen. Hij werd gekruisigd en stond na drie dagen op uit de dood. Het zou de weg worden voor de jongste zoon en dochter om terug te keren naar de Vader.
De weg naar God ligt nog steeds open. Nog steeds keren er mensen terug naar God. Ze zijn tot de ontdekking gekomen dat ze het zelf niet redden en Zijn verlossing nodig hebben. Maar er zijn ook mensen die deze weg niet gaan. Ze blijven staan bij het begin. Ze denken geen verlossing nodig te hebben. Het gaat toch goed? Misschien gaat het niet goed, maar wat kan God daaraan veranderen? Ze zijn slachtoffer van hun omstandigheden en leggen zich neer bij hoe het gaat. En er zijn mensen die zich te schuldig voelen om God onder ogen te komen. Hij zal vast een stevige preek gaan ophouden en hen veroordelen.

God staat op de uitkijk. Hij kijkt in de verte of er nog verloren zonen en dochters aan komen. Zijn hart verlangt ernaar hen in Zijn armen te slaan en hen welkom te heten. Ben jij al thuis? Of ben je nog onderweg? Of geloof je het niet, durf je het niet. Er is Iemand die op je wacht…..

Reacties

Populaire posts