Thuis (2)

In de herfst van 2024 luisterde ik naar het boek ‘Eindelijk Thuis’ van Henri Nouwen. Wat een prachtig boek is dit. Ik had het al eens gelezen, maar het komt toch anders binnen als je ernaar luistert. Bijvoorbeeld tijdens een boswandeling, zoals ik regelmatig deed.

Rembrandt
Het boek bevat een uitgebreide beschrijving van het schilderij van Rembrandt over de gelijkenis van de verloren zoon. Nouwen vertelt hoe hij dagenlang het schilderij op zich in heeft kunnen laten werken tijdens zijn verblijf in Sint Petersburg. In museum De Hermitage kreeg hij zelfs een eigen stoel om op te kunnen zitten. Speciale effecten, zoals invallend zonlicht, benadrukken juist die aspecten van het schilderij die een diepe indruk op Nouwen hebben achtergelaten.

Alles draait om de liefhebbende Vader. Zijn compassie, Zijn bewogenheid, Zijn onmetelijke liefde, alles komt in dit schilderij tot uiting. Nouwen vertelt dat Rembrandt dit heel krachtig heeft neergezet en de Vader zelf moet hebben gekend. En dat Rembrandt zich ook moet hebben herkend in zowel de verloren zoon als in de oudste zoon. Dat gaat heel diep en raakt alle delen van de ziel.

Jongste zoon
Nouwen beschrijft dat ook hij zich herkent in de beide zonen. En dat we dat waarschijnlijk allemaal doen. Enerzijds hebben we allemaal onze eigen weg gekozen en zijn ver van het Vaderhuis beland. In onze ellende en gebrokenheid ontstond er een verlangen om terug te keren naar de Vader. Naar ons Thuis. We realiseren ons dat we onze positie van zoon hebben verspeeld en dan maar gelijk moeten worden gesteld aan de dienstknechten. Alles is beter dan buiten dat, wat ons thuis is, te moeten bivakkeren. Maar de Vader rent ons met open armen tegemoet. Wij hadden onze lijst met excuses al klaar, maar Hij gaat eraan voorbij. Hij ontvangt en verwelkomt ons met een bewogenheid die we niet voor mogelijk hadden gehouden.

Oudste zoon
De oudste zoon hoort het feestgedruis wanneer hij terugkeert van het land. Zodra hij hoort dat er een groot feest is omdat zijn jongste broer weer is teruggekeerd, slaat hij dicht. Jaloezie en wrok nemen bezit van zijn hart. Hij heeft zich altijd ingezet voor Zijn Vader, maar voor hem heeft de Vader nooit een feest georganiseerd. De Vader komt naar buiten en nodigt zijn oudste zoon uit. Want hij hoort er ook bij. Alles wat van de Vader is, is ook voor de oudste zoon. De Vader heeft hem nooit wat onthouden. De gelijkenis vertelt niet hoe het verder is gegaan met de oudste zoon. Is hij ook het huis binnengegaan of bleef hij buitenstaan? Is hij vervolgens de wijde wereld ingetrokken?

Er zijn redenen genoeg om ons ook in de oudste zoon te herkennen. Het kan ons met jaloezie vervullen wanneer we het idee hebben dat iemand wordt voorgetrokken. In de kerk kan iemand een belangrijke positie krijgen die wij eigenlijk hadden gewild. Of die stinkende, door vliegen vergezelde, zwerver die de mooiste plek bij de maaltijd krijgt. Jij hebt je altijd zó ingezet voor God en de kerk. Maar er is nooit een woord van waardering uitgesproken. De Vader nodigt ons uit om te realiseren wat we van Hem hebben ontvangen. Alles wat van Hem is, is van ons. We komen niets tekort. We mogen blij en dankbaar zijn dat mensen worden gered uit de macht van de duisternis en mogen plaatsnemen in het huis van de Vader. Wat ook ons Thuis is. Wij mogen blij en dankbaar zijn dat mensen die in het laatste uur gered zijn evenveel krijgen als wij, die al de hele dag uit Gods genade hebben geleefd.

Thuis bij de Vader. Dat is de plek waar we moeten zijn. Daar worden we gezien zoals we ten diepste mogen zijn.

‘Ik vraag aan de Heer één ding, het enige dat ik verlang: wonen in het huis van de Heer, alle dagen van mijn leven, om de liefde van de Heer te aanschouwen, Hem te ontmoeten Zijn tempel’.  (Psalm 27: 4)

Foto's: AdobeStock















Reacties

Populaire posts