Goed doen

" Ga bij het binnenhalen van de oogst niet tot aan de rand van de akker en raap wat blijft liggen niet bijeen, maar laat het liggen voor de armen en de vreemdelingen. Ik ben de Heer, jullie God". (Leviticus 23:22)

In bovenstaand Bijbelgedeelte roept God Zijn volk op om te denken aan de armen en de vreemdelingen in hun midden. Het is een uitgelezen kans om goed te doen voor deze kwetsbare bevolkingsgroep. Daarbij zegt God eigenlijk: denk niet alleen aan jezelf maar ook aan anderen. Ik zorg immers voor je, je komt niets tekort. Deel uit van de overvloed aan gaven die Ik je geef!

Deze houding staat haaks op een houding van hamsteren, iets wat we de afgelopen tijd regelmatig in het nieuws hebben gezien en gehoord. Hamstergedrag gaat uit van schaarste. Je bent bang dat de voorraden uitgeput raken, dus je slaat meer voor jezelf in dan dat je op korte termijn nodig hebt.

Van welke houding ga jij uit? Geloof je dat God voorziet in wat je nodig hebt en deel je daarom graag uit van wat God jou doet toekomen? Of ben je bang tekort te komen en sla je grote voorraden in om genoeg te hebben? Het heeft te maken met het feit op wie je je vertrouwen vestigt. Is het de economie, is het misschien de overheid, je gezondheid, je eigen inspanningen. Of is het God op wie je je vertrouwen vestigt. Hij is je vertrouwen waard. Wat Hij zei tegen Zijn volk geldt ook voor jou. Hij zorgt voor je en Hij wil graag dat jij ook voor andere mensen zorgt.



Reacties

Populaire posts